Terschelling, in het Fries bekend als Skylge en in het Terschellings als Schylge is onderdeel van de provincie Friesland. Met iets meer dan 4700 inwoners en 14 officiële woonplaatsen is Terschelling het derde Nederlandse Waddeneiland als je vanuit westelijke hoek kijkt. Ook is het zo dat dit eiland in het noorden grenst aan de Noordzee en in het zuiden aan de Waddenzee. In het zuidwesten hiervan is Vlieland gelegen en oostelijk ligt het eiland Ameland. Mocht je het leuk vinden om te fietsen dan is de ruim 70 kilometer aan fietsroutes vast iets voor jou! De lengte van het strand is in totaal ongeveer 40 kilometer.
Geschiedenis van Terschelling
Het ontstaan van dit eiland is begonnen in de middeleeuwen rond het jaar 1850. Toen was er een zandplaat waarop de naam “De Schelling” stond die vervolgens samengevoegd werd met het eiland Wexalia, dat oostelijk lag. De naam van dit eiland is de middeleeuwse benaming voor het gebied waarop Oost-Terschelling was gevestigd. Vanaf de middeleeuwen werd de naam Wexalia steeds minder gebruikt. Zoals bij het eiland Vlieland het geval was, is ook van het eiland Terschelling tijdens de Tweede Wereldoorlog besloten om het niet meer bij de provincie Noord-Holland, maar bij de provincie Friesland te laten horen.
Het oudste gebouw op Terschelling stamt uit het jaar 850. In dat jaar werd er namelijk een houten kerk gebouwd die gevestigd werd op een heuvel bij het gehucht Striep. Voor deze plaats waren verschillende benamingen en het enige dat er nog van over is, is het Strieperkerkhof.
Gevaar in 1666
De Engelsen gingen er in 1666 vanuit dat een deel van de magazijnen van de staat zich op Terschelling bevond. Zij vielen West-Terschelling aan en doordat er bijna geen weerstand kwam van de lokale bevolking, konden de militairen gewoon het gehele dorp van West-Terschelling dat zo’n 300 woningen had, afbranden. De oudste vuurtoren van Nederland genaamd Brandaris komt uit 1594 en is door de Engelsen gespaard gebleven.
Ondanks dat het dorp door financiële hulp van verschillende kanten binnen een aantal jaar weer kon worden opgebouwd, is nu ruim 350 jaar later de 8-15 cm dikke brandlaag nog steeds zichtbaar aanwezig. Jarenlang zat deze roetlaag zo’n 0,8 tot 1,5 meter verstopt onder de grond maar in 2016 was er een herdenkingsjaar en is er besloten om de brandlaag voor altijd zichtbaar te laten zijn. Mocht je het interessant vinden om deze plaats te zien dan is het aan te raden om naar één van de oudste straten van West-Terschelling te gaan, namelijk de Commandeurstraat. Het hoogste punt van Terschelling is ook in dit dorp te vinden en heeft de naam Kaapsduin. 31,4 meter boven het waterpeil staat daar een zendhuisje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt werd.
Sagen
Er is een sage die zich afspeelt rond de rijd dat de Engelsen Terschelling hadden
aangevallen. Er is een verhaal gaande dat deze militairen op een stropende manier het eiland over gingen. Terwijl zij daarmee bezig waren keerde zij om en besloten toch terug naar huis te gaan. Waarom zij ineens met hun actie stopte kwam doordat zij in de verte donkere schimmen zagen vanuit het dorp Striep. Op dat moment waarschuwde een oude vrouw hen door te zeggen: “Ze staan er met honderden, maar liggen er bij duizenden.” Door deze uitspraak dachten de soldaten dat er honderden soldaten hen stonden op te wachten en dat er nog eens duizenden op de grond lagen. Wat de vrouw eigenlijk bedoelde was dat er op het kerkhof honderden grafzuilen waren en dat er door de eeuwen heen al duizenden mensen begraven waren. Het eiland heeft voor deze sage een standbeeld genaamd “Het Stryper Wyfke.”
Watersnood op Terschelling
In 1287 heeft er een watersnood plaatsgevonden op Terschelling die ook wel bekend staat onder de naam St. Hubertusvloed. Deze gebeurtenis is een belangrijk moment in de geschiedenis geweest als het gaat om de vorming van het huidige eiland. Voordat deze vloed had plaatsgevonden kon Terschelling vanaf de plaats Dijkshorn te voet worden bereikt. Er wordt vanuit gegaan dat deze plaats het huidige Dijkshoek is dat in het noorden van Franekeradeel in Friesland ligt. De wandelroute vanaf Dijkshorn liep richting Hoorn. Niet de plaats in Noord-Holland, maar het belangrijkste dorp op dit waddeneiland. Helaas kon men na de watersnood niet meer via deze weg passeren waardoor de belangrijkste plaats van Terschelling in West-Terschelling kwam te liggen.
Als je Terschelling kent weet je dat een gedeelte van de inwoners op West-Terschelling agrarisch georiënteerd is en een ander gedeelte van de inwoners zich graag richt op de zeekant. Doordat dit in 1612 een strijd met zich meebracht waar men het maar niet over eens kon worden, werd het eiland onderverdeeld in twee kanten: West-Terschelling en Oost-Terschelling. Beide gebieden hadden een eigen plek om het dorp te besturen. Dit hield stand tot in het begin van de 19e eeuw toen de Franse bezetting was opgehouden. Terschelling werd weer één als het ging om bestuur.
Taal van het eiland
Terschelling heeft niet alleen maar één dialect, maar wel drie. Zo spreekt men in het dorp Midsland dat ongeveer in het midden van het eiland ligt met een Hollands dialect dat het Midslands of Meslonzers wordt genoemd. Dit dialect is te vergelijken met het Stadsfries. Dit brengt ons op de andere twee dialecten die Fries zijn: Westers die in het westen wordt gesproken en Aasters die in het oosten wordt gesproken. Doordat er veel toeristen op dit eiland afkomen is er sprake van het verdringen van dialecten waardoor er steeds meer Nederlands wordt gesproken. Aan de oostkant is dit meer het geval dan aan de westkant.
Cranberry op Terschelling
Zuidelijk vanaf dit eiland ligt een klein natuurreservaat dat tot de gemeente Terschelling behoort.
Wat Terschelling een geweldige plaats voor natuurliefhebbers maakt, is het feit dat dit eiland voor bijna 80% bestaat uit natuurlijk duinlandschap. Sinds 1909 waakt het Staatsbosbeheer over dit gebied. In West-Terschelling zijn tussen 1921 en 1929 Kroonpolders ontstaan doordat er stuifdijken werden aangelegd. Dit gebied houdt in dat er verschillende valleien zijn waarvan bij één de cranberry groeit. Het is bijzonder dat deze vrucht hier terecht gekomen is omdat het oorspronkelijk een Amerikaanse bes is. In 1845 spoelde een vat met bessen aan op het eiland waardoor deze bes soort sinds die tijd op dit eiland te vinden is.
De vinder van het vat was Pieter Sipkes Cupido. Daarom noemen de inwoners van Terschelling deze vrucht Pieter Sipkesheide. Toen bijna 20 jaar later iemand in een duinvallei deze bes ontdekte, werd het bekend onder de naam Studentenplak. Helaas is het tegenwoordig niet meer toegestaan om zelf deze bessen te plukken. Dit wordt gedaan door een cranberry bedrijf.
Graanteelt
Sinds de jaren 50 is het verbouwen van graan op Terschelling verdwenen. Voor die tijd werd vond er veel Graanteelt plaats langs de binnenduinrand. Op Terschelling staat ook een heel elzenhagen landschap dat men beschouwd als waardevol en karakteristiek element. Vroeger werden de graanvelden namelijk beschermd tegen duinzand dat kon instuiven.
Niet alleen in het westen van het eiland is een natuurreservaat. Ook in het oosten van Terschelling is bijzondere natuur. Natuurgebied de Boschplaat dat ongeveer 10 kilometer lang is, ontstond na de aanleg van een stuifdijk in de periode tussen 1932 en 1936. Deze stuifdijk zorgde er overigens voor dat de zandplaat die eerst los lag voor goed verbonden werd met het eiland. Verschillende soorten meeuwen en andere zeevogels waaronder de Visdief en de Lepelaar broeden op de Boschplaat. Uiteraard maakt dit het eiland nog waardevoller.
Terschelling van nu
Zoals de meeste eilanden waarschijnlijk wel kunnen beamen, wordt het hoogseizoen drukker bezocht dan in de winter het geval is. Op Terschelling is het zo dat er in de zomer drie keer zoveel mensen verblijven. Dit komt waarschijnlijk ook doordat er sinds 1981 jaarlijks in juni het Oerol Festival plaatsvind. Als het gaat om Europa is het zelfs zo dat dit festival inmiddels bekend staat als één van de grootste theather-festivals op locatie. Daarnaast is dit net als de andere eilanden de ideale plek voor watersport activiteiten. Ook als je een natuurliefhebber bent is dit eiland zeker de moeite waard om eens te komen ontdekken!